HET HERSTELLENDE PAARD

Gedwongen boxrust betekent een grote aanpassing voor het paard. Net als andere grasetende kuddedieren heeft de natuur het paard ontwikkeld voor constante beweging. Herstel met beperking van de mogelijkheden om te sporten gebeurt vaak ongepland en ingrijpend – bijvoorbeeld in verband met een ongeval of een ongeplande chirurgische ingreep. Voor een topgetrimd wedstrijdpaard dat een energierijk voerrantsoen heeft gehad, kan de verandering zeer ingrijpend zijn.

Een van de meest voorkomende complicaties van herstel zijn stoornissen in de vertering van voer, die vaak te wijten zijn aan de functie van de dikke darm. Een behandeling met antibiotica kan bijvoorbeeld delen van de microflora van de dikke darm uitschakelen en paarden die een penicillinebehandeling ondergaan, moeten tegelijkertijd producten krijgen die de natuurlijke microflora ondersteunen. Als een blijvende verstoring wordt vermoed – bijvoorbeeld doordat het paard lichaamsgewicht verliest of omdat de geur en het uiterlijk van de ontlasting afwijken van normaal, kan een verstoring van de darmmicroflora worden vermoed. In sommige gevallen moet er een nieuwe bacterieflora worden toegevoegd. Zoals altijd wordt een gezonde darmfunctie ondersteund door de aanvoer van plantaardige vezels. Een herstellende moet toegang hebben tot stro. Het voegt vezels toe en zorgt voor werkgelegenheid. Het krachtvoer dat wordt toegevoegd, moet ook vezelrijk zijn en mag niet te veel energie bevatten. Bovendien moeten zetmeelrijke concentraten worden vermeden, omdat deze de darmfunctie negatief kunnen beïnvloeden.

De hydratatie is ook erg belangrijk. Het paard moet uit een emmer worden gedrenkt, omdat je controle moet hebben over de waterinname. Pas geopereerde paarden kunnen vaak slecht drinken door pijn of door onbekendheid met de omgeving in bijvoorbeeld een stal bij een dierenziekenhuis. Het komt ook vaak voor dat herstellende mensen littekens oplopen en afgeleid worden wanneer ze alleen in de stal worden achtergelaten nadat hun stalgenoten zijn uitgelaten. Dit beïnvloedt hun bereidheid om te eten en te drinken.

Een herstellend voer mag het paard niet "opladen" met energie, maar moet juist een dempend effect hebben. Het krachtvoer dat u toevoegt, moet daarom een laag zetmeelgehalte bevatten, maar tegelijkertijd hoogwaardige eiwitten bevatten die de spierfuncties en de vorming van nieuw weefsel ondersteunen. De eiwitvoorziening is natuurlijk vooral belangrijk als de herstellende een opgroeiend jong paard is. Paarden tijdens het herstel hebben ook net zo'n grote behoefte aan vitaminen en mineralen als een gezond paard. Een goed herstellend voer zou deze ook moeten bieden, omdat veel paarden kieskeurig worden over wat ze eten tijdens een lang verblijf in de stal en leren de voeringrediënten te sorteren die ze niet lekker vinden. Hieruit volgt ook dat er hoge eisen gesteld moeten worden aan de smakelijkheid als het gaat om herstelvoer, dat wil zeggen als aanvulling op het ruwvoerrantsoen.